Woorden uit het Noorden

Over drie weken vertrekken we weer richting Spanje! Het is nog een beetje vroeg om al te beginnen met inpakken maar in mijn hoofd ben ik al druk bezig met voorbereiden (lees: voorpret). Ondertussen heb ik al vrij veel klimtrips achter de rug en weet ik redelijk goed hoe ik mijn trip in moet delen om er het meeste uit te halen. Slechts een aantal jaar geleden was dit nog wel anders!

Direct al je energie verspillen op de eerste dag, met bloedende vingers en huilende aanhechtingen doorklimmen en in the middle of the night ronddwalen op zoek naar een slaapplek en naar bier; ik heb het allemaal wel een keer (nee, meerdere keren) gedaan. Alhoewel dergelijke situaties achteraf wel de mooiste verhalen opleveren kan ik je mijn aanpak alsnog niet echt aanraden. Vandaar: 10 tips voor als je (voor het eerst) op klimtrip gaat!

Klimtriptip #1: Denk na over je doel

Als je op klimtrip gaat heb je meestal wel een doel in je achterhoofd. Misschien wil je vooral meters maken, of je voorklimangst overwinnen? Wil je gewoon lol maken? Of droom je er stiekem van een bepaald niveau uit te klimmen?

Alhoewel het absoluut niet nodig is om een doel te hebben (daar wordt je trip waarschijnlijk alleen maar leuker van) is het toch nuttig om hier van tevoren over na te denken en dit te bespreken met je klimmaatje. Zo voorkom je een hoop frustraties!

Klimtriptip #2: Doseer je energie

Dit is iets waar ik zelf nog steeds moeite mee heb. Zodra ik in een klimgebied aankom wil ik het liefst ALLES proberen en wel NU. Vaker wel dan niet loop ik na de eerste klimdag dagenlang krom van de spierpijn omdat ik op dag één al mijn energie al heb verspild.

Het verstandigst? Op dag één rustig aan doen zodat je handen en lichaam kunnen wennen aan de rots. Klim niet direct teveel en niet direct te hard zodat je de rest van je trip geen energie en geen huid meer over hebt. Dit brengt me direct bij de volgende tip: denk om je huid!

Klimtriptip #3: Denk om je huid!

Het duurt zo’n tien dagen voordat je ‘outdoor skin’ zich heeft ontwikkeld. Wees dus vooral in het begin zuinig op je huid en ga niet direct te hard. Zo voorkom je dat je direct op dag twee al met bloedende vingertoppen hoeft te klimmen. Geef je huid tussendoor genoeg rust en investeer in goede handverzorgingsproducten.

Klimtriptip #4: Zoek praktische zaken van tevoren uit

Ik geef toe, als je een weekendje naar Berdorf gaat is er -behalve een campingreservering misschien- niet heel veel wat je van tevoren moet regelen. Er is stromend water op de camping, een broodjesservice (als je bij Martbusch staat in ieder geval) en zelfs een restaurant waar je prima kunt eten.

Toch is dit bij veel andere klimgebieden niet het geval en daarom is het verstandig om je van tevoren alvast te verdiepen in de bestemming. Is er een supermarkt in de buurt? Kan je je te voet redden of heb je een auto nodig om bij de klimgebieden te komen? Is er een mogelijkheid in de buurt om watertanks te vullen?

Zelf ga ik straks naar Margalef en ik weet ondertussen dat de dichtstbijzijnde grote supermarkt op een uur rijden van het klimgebied zit. In het dorpje zelf zit een klein winkeltje (met de allervrolijkste winkeljuffrouw van Catalonië) waar je de noodzakelijke dingen kunt aanschaffen, maar voor grote voorraden zul je toch echt een stuk moeten rijden. Ook kan je in het dorpje drinkwater halen, maar bij het kampeerterrein bij de stuwdam niet. Aangezien wij voor langere tijd bij de stuwdam willen staan zorg ik dat ik een extra watertank bij me heb zodat ik niet steeds heen en weer hoef te rijden voor water. Kleine details, maar ze kunnen je een hoop tijd besparen op locatie! En we weten allemaal: meer tijd over = meer tijd om te klimmen.

Klimtriptip #5: Regel je maaltijden (en bier) vóórdat je gaat klimmen

Ik kan je vertellen uit ervaring: regel je eten en drinken voor de avond vóórdat je naar het klimgebied vertrekt! Zo voorkom je dat je na een lange dag klimmen aanvalt op alles wat je maar kan vinden en je diner ineens bestaat uit een halve zak chips en een homp kaas, weggespoeld met een halve liter Juttersbitter. Dat brengt me bij een bonustip: Juttersbitter is NOOIT een goed idee. Op het moment zelf was het heerlijk, maar ik kan je vertellen dat dit menu niet echt bevorderlijk is voor je herstel. Zorg er dus voor dat je bij terugkomst snel een makkelijke, voedzame maaltijd kan maken. Je lichaam zal je dankbaar zijn!

Klimtriptip #6: Staar je niet blind op niveaus

Als je al vaker in een bepaald gebied geweest bent heb je waarschijnlijk een lijst van routes die je graag wilt klimmen. Helemaal prima, heb ik zelf ook. Vaak zie je echter dat deze lijsten vooral draaien om hoge gradaties. Hartstikke zonde, want de leukste routes hoeven echt niet de zwaarste te zijn. Alhoewel ik het zelf ook fantastisch vind om harde routes te klimmen, staan er voornamelijk ‘makkelijke’ routes op mijn lijstje ‘leukste routes aller tijden’. Staar je dus niet blind op niveaus en klim af en toe ook routes gewoon omdat ze er leuk uit zien.

Inspiratie nodig? Vaak hebben topo’s een sectie ‘klassiekers’ of ‘must-climbs’ die de mooiste routes van een gebied of sector uitlichten. Deze routes stellen zelden teleur en zijn een goed uitgangspunt als je niet weet waar je moet beginnen.

Klimtriptip #7: Wandel rond op rustdagen

Dat je een rustdag hebt wil nog niet zeggen dat je dag niet in het teken van klimmen kan staan. Één van mijn favoriete bezigheden op een rustdag is gewoon rondwandelen en de omgeving ontdekken. Wil je een nieuwe sector bekijken? Ga erheen! Ben je op zoek naar een nieuw project? Neem de topo mee en ga op avontuur! Ook één van mijn favorieten: In de hangmat liggen en met handen vol snacks toekijken hoe andere klimmers aan het strijden zijn. Inspiratie gegarandeerd!

Klimtriptip #8: Fixeer je niet op sends

Ik ben eens met iemand op klimtrip geweest die letterlijk zei dat hij zijn trip als mislukt zou beschouwen als hij niet een bepaalde route uitklom. Guess what? Hij haalde de route niet en zat de gehele terugreis te mokken op de achterbank.

Please don’t be that guy (or girl).

Natuurlijk is het leuk als je je project uitklimt of voor het eerst een route van een bepaald niveau hebt uitgeklommen, maar laat je plezier niet afhangen van het aantal sends. Dat is ronduit zonde. Als je nog niet zo vaak buiten hebt geklommen is de kans sowieso groot dat je niet direct je maximale niveau kan klimmen en dat je eerst heel erg moet wennen aan de structuur- en stijl van de rots. Focus dus niet op presteren maar op de ervaring. De klimsport laat ons de natuur op een fantastische manier beleven en brengt ons op de mooiste plekken, vaak samen met de meest inspirerende mensen. Dat is waar het uiteindelijk allemaal om gaat.

Klimtriptip #9: Wees goed uitgerust

Ik trap er elke keer weer in: in de week voordat ik vertrek nog even snel wat extra zware trainingssessies willen doen in de hoop dat ik nét dat kleine beetje power verzamel om extra hard te kunnen klimmen tijdens mijn trip.

Doe. Het. Niet. In een week extra kracht of duur opbouwen wil niet, lukt niet, en zorgt er alleen maar voor dat je uitgeput en met spierpijn aan je reis begint. Of erger nog; misschien bezorg je jezelf een blessure waardoor je klimtrip helemaal in het water valt.

Je klimt veel beter als je goed uitgerust bent en je lichaam volledig hersteld is van je laatste training of klimsessie. Doe het voor vertrek dus vooral rustig aan en zorg ervoor dat je voldoende slaapt en gezond eet.

Klimtriptip #10: Vergeet af en toe al deze tips

Last but not least: vergeet af en toe alle bovenstaande tips. Alhoewel het nuttig is om je trip goed in te delen -helemaal als je niet veel tijd hebt- is het soms gewoon het leukst om overal open voor te staan en te genieten van de ervaring. De meest memorabele klimtrip zal waarschijnlijk niet de trip zijn waarin je je project uitklom, maar dat ene weekend dat je dineerde met chips en een homp kaas. Die ene keer dat je klimmaatje midden in de nacht bovenop je tent viel. De keer dat er een rivier door je tent stroomde en al je kleren dagenlang naar natte hond stonken. Of die ene keer dat iemand ineens in de vroege uurtjes begon te brullen dat hij een Ford Ka om wou duwen (was ik niet, maar mijn Juttersbitter was deels verantwoordelijk).

Moraal van het verhaal? Zoals Jack Kerouac al zei: ‘Live, travel, adventure, bless, and don’t be sorry.’

So live, travel, adventure, bless, and don’t be sorry.

Jack Kerouac