Tradklimmen in de Dolomieten met Mountain Network

Op de zondag voor aanvang van de trad-multipitch cursus in de Dolomieten zit ik voor mijn camperbusje te wachten op mijn medecursisten. Mijn benen zijn moe van de lange wandeling die ik net heb gemaakt en mijn huid is rood en verhit van het urenlange lopen in de zon. Genietend van de stilte kijk ik om me heen; het uitzicht vanaf mijn plekje op camping Sass Dlacia is werkelijk fantastisch. Achter me bevindt zich een dicht sparrenbos waarin zich verschillende klimgebiedjes verstopt hebben en voor me heb ik zicht op de indrukwekkende pieken van de Fanes groep die op dit uur baden in het gouden zonlicht. De camping zelf ademt sportiviteit en staat vol met een gezellige mengelmoes van klimmers, wandelaars en mountainbikers.

De Fanes groep gezien vanaf Rifugio Scotoni

Ondanks de relaxte sfeer op de camping word ik me toch bewust van een vaag zenuwachtig gevoel als ik denk aan de groep waarmee ik de komende week zal doorbrengen. Wat voor mensen zouden het zijn? Zou ik wel mee kunnen komen met de rest? Wat als ik als enige vrouw terechtkom in een groep vol macho spierbundels?  

Ik schrik op uit mijn overpeinzingen als de grijze campingbaas aan komt scheuren op zijn knalroze elektrische step. Met veel gebaren dirigeert hij een witte Renault naar het plekje naast mij waarna hij weer op hoge snelheid wegrijdt om de volgende campinggasten naar hun plaats te begeleiden. Ik word direct gerustgesteld als ik de twee mannen zie die uit de auto stappen; geen macho spierbundels maar vriendelijk ogende kerels die zich even later enthousiast aan me voorstellen als Nathan en Jannes. Als kort daarna ook cursist Ingmar en de Franse berggidsen Thomas en Didier arriveren is de groep compleet.

Dag 1: Valparola

Om 9 uur in de ochtend verzamelen we op de kampeerplaats voor de camping om vervolgens naar de Valparolapas te rijden. Vanaf de 2192 meter hoge bergpas is het nog een klein stukje lopen naar het klimgebied waar we vandaag touwtechnieken zullen oefenen en enkele sportroutes zullen klimmen om te wennen aan de rots.

Een groot rotsblok dat voor de helft bestaat uit een liggende wand leent zich perfect voor het oefenen van het plaatsen van nuts en cams (mobiele zekeringen die gebruikt worden bij tradklimmen). De rots zit vol met groeven en gaatjes en biedt tal van mogelijkheden voor het plaatsen van protectie. Ik merk dat ik de rots op een geheel nieuwe manier begin te bekijken en krijg al snel lol in het vinden van creatieve plaatsingen.

Niet veel later gaan we over op standplaatsbouw en hebben we het over verschillende zekermethodes en reddingstechnieken. Zoals gewaarschuwd bevat de eerste dag erg veel informatie en ik merk dat mijn altijd drukke ADD-brein begint over te lopen. Ik word onzeker: ga ik dit allemaal wel onthouden?

Glazig staar ik naar mijn standplaats. Naast me staat Didier me met een geamuseerde blik in zijn ogen gade te slaan.

‘Gaat het goed Wally?’ vraagt hij grinnikend. Omdat hij mijn naam – Welmoed – niet kan uitspreken heb ik gezegd dat hij me wel ‘Wellie’ mag noemen. Hoe dit zo snel veranderd is in ‘Wally’ is mij een raadsel, maar ergens vind ik het wel toepasselijk. 

Warrig probeer ik uit te leggen dat ik even blubber in mijn brein ervaar door de veelheid aan informatie, waarna hij in de lach schiet en de belangrijkste dingen nog even voor me samenvat.

Ondanks mijn onzekerheid kan ik niet anders dan lachen om deze vrolijke Fransman. Hij heeft een vrolijke schittering in zijn ogen en over zijn diepbruine gezicht loopt een web van kreukelige lijnen. Het gezicht van een bergbeklimmer. Ik ben benieuwd welke verhalen er allemaal schuilen achter zijn glinsterende pretoogjes.  

Lagazuoi Piccolo en de Cinque Torri

Op de tweede dag van de cursus worden we meteen in het diepe gegooid. We gaan de Lagazuoi Piccolo beklimmen en zullen zelf alle zekerpunten en standplaatsen moeten vinden. Alhoewel de route in de topo redelijk makkelijk lijkt is het toch nog een behoorlijke uitdaging om de goede lijn te vinden en vast te houden. Het plaatsen van protectie en het bouwen van standplaatsen lukt beter dan verwacht, maar Nathan – mijn klimmaatje voor de komende dagen – en ik verliezen al gauw de bedoelde route uit het oog waarna we als een stel verdwaalde warhoofden over de rotswand heen zwalken. Als we uiteindelijk de top van de Lagazuoi Piccolo bereiken hebben we 8 touwlengtes geklommen op een route die eigenlijk maar 6 touwlengtes besloeg. Oeps.

Het belang van tochtplanning wordt dus direct duidelijk, iets waar Thomas en Didier nog herhaaldelijk op zullen hameren gedurende de rest van de cursus.

Omdat er slecht weer wordt voorspeld gaan we op de derde dag naar de Cinque Torri. Deze markante vijf torens bevatten zowel sport- als tradroutes en bieden een verschrikkelijk mooi uitzicht over de omringende bergen. We zien de Falzarego towers, de imposante Fanes groep en in de verte de zuidwand van de Tofana di Rozes. Een indrukwekkende bigwall van bijna duizend meter die de harten van vele klimmers sneller doet kloppen, zo ook het mijne.

Omdat de Rifugio Cinque Torri zich op slechts enkele minuten lopen van de Cinque Torri bevindt, is dit klimgebied een perfecte uitvalsbasis voor wisselvallige dagen zoals vandaag. Mocht het weer verslechteren dan hebben we immers de mogelijkheid om in de berghut te schuilen en op te warmen. Gelukkig miezert het alleen een klein beetje en kunnen we in de ochtend oefenen met touw- en reddingstechnieken. Als het weer in de middag opklaart is er nog voldoende tijd om enkele tradroutes te klimmen.

De markante pieken van de Cinque Torri

Dag 4: Torre Piccola di Falzarego, het echte werk!

Op de vierde dag van de cursus staat de Torre Piccola di Falzarego op het programma. Onze route, de Della Guide, is zo’n 180 meter lang en bestaat uit 8 pitches.

Om en om klimmen Nathan en ik enkele touwlengtes voor. De eerste paar lengtes zijn relatief makkelijk en we vorderen dan ook gestaag. Het standplaatsbouwen beginnen we al redelijk onder de knie te krijgen en ook het plaatsen van protectie onderweg gaat steeds beter.

Na een uur of twee op de wand – nu en dan wachtend op de andere touwgroep – komen we bij een pitch die grotendeels bestaat uit een brede schoorsteen. In het midden bevindt zich een onregelmatige crack die helemaal naar boven lijkt te lopen. Voldoende mogelijkheden om cams te plaatsen. Althans zo lijkt het. Zorgvuldig organiseer ik het vele klimmateriaal aan mijn gordel en doe ik een laatste check met Nathan voordat ik begin met klimmen.

De schoorsteen is breed genoeg voor me om wijdbeens tussen de wanden te kunnen staan. Erg moeilijk terrein is het niet, maar ik moet constant druk houden op mijn voeten om te voorkomen dat ik naar beneden val. Iets wat al na zo’n tien meter schoorsteenklimmen zijn tol begint te eisen. Mijn benen beginnen met tussenpozen te trillen en mijn voeten, die al uren in strakke klimschoentjes gesnoerd zitten, voelen alsof ze zullen exploderen.

Me er van bewust dat mijn laatste cam zo’n vijf meter onder me zit ga ik op zoek naar een punt in de rots waar ik protectie kan plaatsen. De spleet in de rots, die er vanaf onze standplaats zo veelbelovend uitzag, blijkt grotendeels te bestaan uit poreuze steen die afbrokkelt zodra er kracht op uitgeoefend wordt. De cam die ik probeer te plaatsen lijkt op het eerste gezicht rotsvast te zitten, maar zodra ik er een beetje aan trek begint te rots eromheen te breken waardoor de cam weer los begint te komen.

Mijn benen en core beginnen ondertussen moe te worden van het continu op spanning staan en onzeker probeer ik te beslissen wat wijsheid is. Blijven proberen protectie te plaatsen? Of nog enkele meters doorklimmen tot het einde van de schoorsteen, waar het terrein makkelijker lijkt te worden?

Een metalig geluid doet me opschrikken uit mijn innerlijke discussie. Als ik naar beneden kijk waar het geluid vandaan komt zie ik dat ook de laatst geplaatste cam, waarvan ik dacht dat hij wél goed vast zat, naar beneden is gevallen.

Slik.

Snel neem ik een beslissing en begin met klimmen. Na nog enkele meters schoorstenen begint de rots meer te liggen en vind ik meerdere grote bakken voor zowel mijn handen als mijn voeten. Een natuurlijk gat in de rots blijkt bovendien perfect te zijn om een sling doorheen te halen, waarna ik opgelucht een karabiner in de sling hang en het klimtouw erin clip. Zo. Dat kan tenminste niet naar beneden vallen.

Later zal Thomas me uitleggen dat de cam onder me loskwam doordat het klimtouw de cam teveel heen en weer trok. Hierdoor kon de cam gaan ‘wandelen’ en vervolgens loskomen. Iets wat voorkomen kan worden door een extra lang klimsetje te gebruiken of een extra sling in te clippen tussen de cam en het klimtouw. Zo ontstaat er meer ruimte waardoor de cam minder zal bewegen. Zorgvuldig neem ik deze informatie in me op. Het is in ieder geval een fout die ik niet snel opnieuw zou maken.

Na deze lastige pitch volgt weer relatief makkelijk terrein naar een smalle richel waar ik een standplaats bouw. De richel bevind zich bovenaan een licht overhangend deel van de rots waardoor ik het gevoel heb dat ik in het luchtledige hang. Diep onder me zie ik auto’s over de Falzarego pas slingeren. De kleine stipjes doen me denken aan een stoet mieren onderweg naar zoetigheid. Rechts van me, op een tegenoverliggende rotswand is er eveneens een file ontstaan, maar dan van klettersteigers die één van de vele via ferratas volgen die het gebied rijk is.

Als Nathan en Thomas zich bij me hebben gevoegd bekijken we gedrieën het laatste gedeelte van de route. Er resten ons nog twee touwlengtes tot de top, die volgens de topo derdegraads zouden moeten zijn. Nathan organiseert nog snel zijn materiaal voordat hij begint aan de volgende touwlengte. Om ons heen beginnen donkere wolken zich samen te pakken en het wordt tijd om vaart te maken.

Tijdens het zekeren word ik me bewust van een vaag gerommel. Onweer? Schiet het door mijn hoofd, maar nee; het is mijn maag. Behalve mijn ontbijt heb ik vandaag weinig gegeten. Ruimte om uitgebreid te lunchen hadden we immers niet.

‘Pfff j’ai faim’ hoor ik naast me als antwoord op mijn rommelende maag. ‘Moi aussi’ reageer ik in mijn beste Frans. Verbaasd kijkt Thomas me aan; ‘Tu parles Francais?’

Wanhopig graaf ik in mijn geheugen naar de Franse woorden en zinnetjes die ik hoor te kennen. Veel meer dan een paar standaard beleefdheden kan ik echter niet produceren. Aan Thomas zijn grijns te zien is hij niet bepaald onder de indruk van mijn woordenschat.

Grinnikend geef ik het op en schakel ik weer over op Engels. Het duurt een paar tellen voordat de absurditeit van de situatie tot me doordringt; in het Frans over koetjes en kalfjes babbelen met een berggids terwijl ik 120 meter boven de grond hang in een zelfgebouwde standplaats. Als mijn Franse lerares me destijds had verteld dat ik hiervoor de taal leerde had ik in de klas wellicht iets beter mijn best gedaan.

Dag 5: Cinque Torri als toetje

Dat de beklimming van de Torre Piccola di Falzarego aardig wat mentale en fysieke energie heeft geëist wordt duidelijk op de laatste dag. Ik voel me een beetje gaar en ik merk aan mijn medecursisten dat ik niet de enige ben. Gelukkig staat er vandaag niet een hele zware dag op de planning; het weer is nogal wisselvallig en Thomas en Didier hebben ervoor gekozen om opnieuw naar de Cinque Torri te gaan.

Onder het genot van een cappuccino bij de Rifugio Cinque Torri bespreken de we beklimming van de dag ervoor. Wat ging er goed en wat niet? Op welke punten moeten we nog letten en welke strategieën kunnen we gebruiken bij toekomstige beklimmingen? Per persoon krijgen we tips en tops van Thomas en Didier en ook onze vragen worden uitgebreid beantwoord.

Dan word het tijd om te klimmen. Buiten is het weer flink opgeklaard en we hebben nog precies tijd voor een korte multipitch. Alhoewel ik merk dat mijn lichaam vermoeid is van de afgelopen dagen gaat het klimmen soepeler dan verwacht. Het kost me een stuk minder tijd om passende nuts en cams te vinden en ook in het bouwen van standplaatsen begint een routine te komen. Nathan en ik zijn ondertussen goed op elkaar ingespeeld als klimmaatjes en al gauw staan we boven op de top van één van de vijf torens.

Dromen, uitdagingen en nieuwe plannetjes

Uitkijkend over de grillige toppen van de Cinque Torri om me heen besef ik me hoeveel ik deze week heb geleerd. Niet alleen weet ik nu hoe ik veilig multipitches kan klimmen in onbehaakte gebieden, ook heb ik opnieuw ontdekt dat klimroutes niet persé heel erg moeilijk hoeven te zijn om uitdagend, avontuurlijk en verschrikkelijk indrukwekkend te zijn. De laatste jaren probeerde ik vooral uitdaging te vinden in het senden van harde sportroutes. Dit resulteerde in meerdere topervaringen, maar ook in blessures, frustraties en vertwijfeling als het even allemaal niet wilde. Op de route naar de top van de Torre Piccola die Falzarego vond ik niet alleen uitdaging en avontuur, maar ook mijn diepe liefde voor het bergbeklimmen weer terug. Ergens diep van binnen is een vuur opnieuw opgelaaid en onbewust ben ik alweer bezig met het maken van plannetjes. Komen dromen weer tevoorschijn die zich door de jaren heen verstopt hadden in de schaduwen van mijn brein.

Ik denk aan de rotswanden in de hooglanden van Schotland, waar ik als vierjarig meisje al tegenop wou klimmen. Ik denk aan de imposante klimgebieden in Noorwegen, verscholen tussen de fjorden. Ik denk aan die ene bigwall, die al tijden een vast plekje heeft in mijn gedachten. Al die toppen, waar ik als klein meisje al van droomde, lijken ineens een stuk dichterbij. En alhoewel ik me realiseer dat het einde van de cursus beneden ligt, aan het einde van de abseil, is er één ding dat ik zeker weet: dit is geen einde. Dit is nog maar het begin.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.