‘Wat wil je later worden?’ Als ik vroeger deze vraag kreeg antwoordde ik steevast dat ik bergbeklimmer wilde worden. Of zwerver. Of eigenlijk een rondzwervende bergbeklimmer.
Dit leverde zonder uitzondering verbaasde blikken op. Van mijn familie, maar vooral van mijn leraren op school. Want bergbeklimmen was toch geen baan? Hoe ging ik dan aan geld komen? En er waren toch helemaal geen bergen in Nederland?
Waar het volkomen acceptabel is als je als leerling astronaut wil worden, is zwervende bergbeklimmer blijkbaar een verkeerd antwoord. Ik moest realistischer zijn. Ambitieuzer. Aangezien ik hoge cijfers haalde moest ik volgens mijn leraren naar het gymnasium en later de universiteit. Ik was slim dus moest kansen pakken, kon met mijn resultaten alles worden wat ik wilde. Behalve bergbeklimmer dan.
Toen snapte ik het al niet; waarom kon ik geen bergbeklimmer worden? Waarom hing mijn identiteit af van hoe ik mijn geld verdiende? Als kind snapte ik echter veel meer dingen niet, en was ik ervan overtuigd dat ‘de grote mensen’ alles beter wisten. Ik zette mijn bergbeklimmersdroom dus in de ijskast en ging verder met hoge cijfers halen, zoals van me werd verwacht. Ik ging een managementstudie doen, want ‘daar kan je alle kanten mee op’. Ging aan de slag op een kantoor in Edinburgh, en was doodongelukkig. Ik raakte mezelf beetje bij beetje kwijt totdat ik absoluut niet meer wist wie ik was en wat ik eigenlijk deed op deze wereld.
Wat me er weer bovenop hielp? Klimmen (en een langdurig traject bij een psycholoog maar dat terzijde). Ik ontdekte de klimhal en nam mijn nieuwgeleerde skills als snel mee naar buiten. Naar de zandstenen rotswanden van Berdorf, de granieten bergflanken van de Alpen en de mediterrane klimparadijzen van Spanje. Hangend aan mijn vingertoppen realiseerde ik me wat ik eigenlijk mijn hele leven al wist: ik ben een bergbeklimmer.
Het heeft bijna dertig jaar geduurd voordat ik erachter kwam dat het niet uitmaakt wat voor werk je doet. Dat geld verdienen – hoewel noodzakelijk – gewoon een bijzaak is in het leven in plaats van een einddoel. Echte rijkdom zit immers in ervaringen, en in de vrijheid om je leven te leven op een manier waar je gelukkig van wordt.
Dus wat ik later wil worden? Een nóg betere bergbeklimmer. En hoe ik dan aan mijn geld kom? Wie weet. Niets is zeker, dus de mogelijkheden zijn eindeloos. Misschien ga ik eindelijk dat boek schrijven, of ga ik toch weer aan de slag als kajakinstructeur. Misschien ga ik werken als illustrator, of wil een blad me aannemen als reisjournalist (call me please!). Of misschien werk ik nog steeds in de zomer op Terschelling, zodat ik in de winter de vrijheid heb om te zwerven en klimdoelen na te jagen. Het maakt niet uit, want zoals Jack Kerouac al zei:
‘In the end, you won’t remember the time you spent working in the office, or mowing your lawn. Climb that goddamn mountain.’
Geef een reactie